Lutherse kerk (Groningen)

De Lutherse Kerk is een Lutherse kerk in de Haddingestraat te Groningen. De kerk werd in 1696 in gebruik genomen. De kerk wordt ook wel zwaantjeskerk genoemd, in de top van de voorgevel heeft het een gevelsteen in de vorm van een zwaan. In de kerk bevindt zich het graf van orgelbouwer Albertus Antoni Hinsz.

In de kerk zijn twee orgels aanwezig: één gebouwd door de firma Van Oeckelen (1896) en een van de hand van Bernhardt Edskes (2017).

Der Aa-kerk (Groningen)

Der Aa-kerk, oorspronkelijk Kerk van Onze Lieve Vrouwe ter Aa genaamd, is een kerkgebouw in het centrum van de stad Groningen. Het werd gebouwd voor de katholieke eredienst en bij de Reformatie overgenomen door de protestanten. Na de Martinikerk is dit het belangrijkste overgebleven middeleeuwse kerkgebouw van de stad. Gezien vanaf de Vismarkt torent de kerk, gelegen aan het Akerkhof, hoog uit boven de Korenbeurs.

Naam

Er is wat verwarring over de naam van de kerk, die de meeste stadjers kennen als de A-kerk. Na de Reformatie heeft de kerk verschillende namen gehad: Ter Aa-kerk, Dra-kerk, Der Aa-kerk en A-kerk. Bij de restauratie van de kerk die in 1982 gereedkwam heeft men besloten de naam officieel vast te stellen als de “Der Aa-kerk”. De naam is afgeleid van de vlakbij stromende Drentsche Aa, die deel uitmaakt van de Groninger Diepenring. De omgeving van de kerk, met name de straat van het Hoge der Aa naar de Grote Markt, vormt waarschijnlijk het oudste deel van de Groninger nederzetting. Het voorvoegsel ‘der’ wordt niet door iedereen als authentiek onderdeel van de naam gezien. Volgens historicus Jan van den Broek verwijst het ‘der’ in bijvoorbeeld ‘inder Akercke’, ‘van der Akercke’ of ’totter Akercke’ naar het verbogen vrouwelijke lidwoord ‘die’ en is het spreken over ‘de der Aa-Kerk’ dus grammaticaal onjuist.

Afmetingen

De Der Aa-kerk heeft een koor, schip en sacristie. Het koor is 500 m² (20 × 25 meter), het schip is 625 m² (25 × 25) en de sacristie is 30 m², in totaal dus 1155 vierkante meter. De breedte van de kerk is 25 meter en de lengte van koor en schip samen 50 meter, maar de hele lengte van de kerk (inclusief de toren) bedraagt 60 meter. De hoogte van de toren van de Der Aa-kerk is 76 meter, de hoogte van de gewelven is 26 meter.

Martinikerk (Groningen)

De Martinikerk, vroeger Sint-Maartenskerk genoemd, is de oudste kerk van de stad Groningen. De kerk en de bijbehorende Martinitoren zijn genoemd naar Sint-Maarten. De heilige Maarten van Tours (316 – 397) was de schutspatroon van het bisdom Utrecht waartoe de stad Groningen lange tijd behoorde. De huidige Martinikerk is een hallenkerk die voornamelijk uit de vijftiende eeuw dateert. De Martinikerk deed tijdens het kortstondige bestaan van het eerste bisdom Groningen (1559-1594) dienst als kathedraal.

Eerdere kerken

Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat op de plaats van de huidige Martinikerk eerder ten minste twee, en wellicht drie, vroegere kerken hebben gestaan. Lang werd aangenomen dat de verdwenen Sint-Walburgkerk de oudste kerk van Groningen was. Recent onderzoek geeft aan dat de Sint-Walburgkerk waarschijnlijk jonger was en in het begin van de twaalfde eeuw werd gebouwd.

De oudste Sint-Maartenskerk, een houten gebouw, dateerde uit ongeveer 800. Deze was gebouwd aan de rand van een grafveld, dat waarschijnlijk al uit de voorchristelijke tijd dateerde. Op de plaats van die eerste kerk zijn ook houtsporen gevonden die er op lijken te wijzen dat op deze plek ook al voor de bouw van de eerste kerk een gebouw heeft gestaan. Of dat gebouw, aan de rand van het grafveld, een religieuze functie vervulde is niet bekend.

Tegenwoordig wordt aangenomen dat deze eerste houten kerk in de vroege tiende eeuw is vervangen door een tufstenen kerk. Volgens de overlevering zou echter de eerste kerk rond 810 of 836 verwoest zijn door binnenvallende Vikingen, waarna er een tweede houten kerk zou zijn gebouwd. Deze tweede houten kerk heeft echter geen sporen nagelaten. Het plunderen van de stad wordt beschreven in de Vita Walfrida een vita over de Heilige Walfried. De vita wordt echter gedateerd in de twaalfde of dertiende eeuw.

Schutspatroon

Van de tufstenen kerk is de fundering teruggevonden. Van deze kerk staat niet geheel vast dat deze al aan Sint-Martinus was gewijd. Een alternatieve mogelijkheid is dat de kerk gewijd was aan de Heilige Otger. Deze weinig bekende heilige komt voor op een gewelfschildering in de huidige kerk, samen met Martinus, Johannes de Doper en een vierde onbekende heilige. In de middeleeuwen viel de belangrijkste markt van de stad op de naamdag van Otger, dat is 10 september.

Hoewel wordt aangenomen dat de huidige naam samenhangt met het bisdom Utrecht is dat niet geheel zeker. Sint-Martinus

Sint-Bonifatiuskerk (Vries)

De Sint-Bonifatiuskerk is een oorspronkelijk romaanse kerk in de plaats Vries in de Nederlandse provincie Drenthe.

Beschrijving

De kerk werd gebouwd in de 12e eeuw en werd gewijd aan Bonifatius. De rijk versierde romaanse toren werd halverwege de 12e eeuw gebouwd en in de jaren erna het schip. Het gotisch koor dateert uit het begin van de 15e eeuw.

De kerk werd in de jaren 1946 tot en met 1949 gerestaureerd. Het schip werd ingrijpend gereconstrueerd en voorzien van romaanse vensters. Bij de restauratie werd in de grond voor de kerk een mal teruggevonden van de in 1516 gegoten luiklok, waarschijnlijk van de Mariaklok, die in 1517 werd vervaardigd door de klokkengieter Wolter Schonenborch. Deze mal wordt met de eveneens gevonden holle en bolle dakpannen (zogenaamde monniken en nonnen) bewaard in het museum dat onder de consistorie van de kerk is ingericht.

Op de Mariaklok staan de volgende woorden:

“Maria bin ick oheten
dat kerspel van vrees het mij gheten
Wolter Schonenborch goet mij
Do men schreef MDXVII daer bij”

Het 13e-eeuwse doopvont van Bentheimer zandsteen is op het eind van de 19e eeuw verkocht aan het Drents Museum, dat het inmiddels in bruikleen aan de kerk beschikbaar heeft gesteld.

Het kerkorgel met één manuaal werd in 1885 vervaardigd door de gebroeders Van Oeckelen te Glimmen.

Sint-Hippolytuskerk (Middelstum)

De Sint-Hippolytuskerk is een middeleeuwse kerk in het dorp Middelstum in de Nederlandse provincie Groningen.

Bouw

De Hippolytuskerk is een gotische kruiskerk die in de vijftiende eeuw is gebouwd, mogelijk in opdracht van Onno van Ewsum. Na diens terugkomst uit het Heilige Land zou hij, als dankoffer voor zijn veilige terugkeer, opdracht hebben gegeven tot de bouw van een nieuwe parochiekerk gewijd aan de Heilige Hippolytus. De nieuwe kerk werd gebouwd op fundamenten van een eenbeukige houten kerk. In 1523 verbouwde en vergrootte Onno’s zoon Wigbold van Ewsum de hallenkerk tot een kruiskerk. Sinds deze verbouwing, is er op de sacristie na, weinig veranderd aan de kerk. De sacristie is waarschijnlijk in de zestiende eeuw toegevoegd. De toren is drie geledingen hoog en wordt bekroond door een zeventiende-eeuwse lantaarn met koepel. In de toren hangt een carillon met 23 klokken, dat in 1662 vervaardigd is door François Hemony. In 1949 werd het carillon met zeven klokken uitgebreid.

Interieur

De gewelven van de kerk worden versierd door verschillende schilderingen. Naast allerlei florale en dierlijke motieven, zoals putti, vogels en planten, zijn er verschillende spreekwoorden, moraliserende scènes en religieuze voorstellingen afgebeeld. De belangrijkste schilderingen vormen de cyclus van de heilsgeschiedenis. Deze cyclus bestaat uit een voorstelling van de Zondeval, Pinksteren, Jezus als rechter in een Laatste Oordeel-voorstelling, de hemel en de hel. Deze schilderingen zijn vervaardigd naar houtsnedes uit een prentreeks met scènes uit de heilsgeschiedenis van Albrecht Dürer (Neurenberg 1471- aldaar 1528), genaamd De Kleine Passie. Op de zijmuren is een voorstelling van Christus als Salvator Mundi en Christus als de Man van Smarten geschilderd.

De schilderingen zijn in 1879 ontdekt onder een laag witkalk, maar zijn destijds vanwege onvoldoende geld voor restauratie weer overgewit. Naast kleine restauraties en herontdekkingen in 1916 en 1940 heeft er tussen 1976-1977 een grote restauratie plaatsgevonden waarbij alle voorstellingen onder de witkalk vandaan zijn gehaald. De schilderingen zijn zowel in Fresco-techniek als in secco-techniek geschilderd. Onder het koor is een grafkelder gebouwd voor het geslacht Ewsum. In het noordertransept bevindt zich een epitaaf ter nagedachtenis aan pastoor Egbert Onsta, overleden in 1476. De herenbanken zijn in 1704 door Allert Meijer en Jan de Rijk gemaakt. De preekstoel, vermoedelijk door Casper Struiwig in 1733 gemaakt, is versierd met rijkelijk bewerkt houtsnijwerk. Het kerkorgel is in 1863 gebouwd door de orgelbouwer Petrus van Oeckelen.

Nicolaïkerk (Appingedam)

De Nicolaïkerk of Nicolaaskerk in de Nederlandse gemeente Appingedam is een romanogotische hallenkerk. Deze grootste kerk in de Groninger Ommelanden behoort tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Bouwgeschiedenis

De Nicolaïkerk staat aan de Wijkstraat, van oudsher de hoofdstraat van Appingedam. Het laat-renaissancistische Raadhuis uit 1630 is ertegenaan gebouwd.

Het oudste deel van de kerk dateert uit het begin van de 13e eeuw. Mogelijk heeft er op die plek al eerder een kerk gestaan. In 1225 werd een zaalkerk gebouwd, gewijd aan Maria. De groei die de stad Appingedam in de middeleeuwen doormaakte, zorgde er waarschijnlijk voor dat de kerk al in de tweede helft van de 13e eeuw werd uitgebouwd tot een kruiskerk met een westtoren. Het koor werd daarbij vergroot, maar werd in het begin van de 14e eeuw alweer verder uitgebouwd en kreeg toen een vijfhoekige afsluiting. In 1331 was de kerk nog aan Maria gewijd, maar enige tijd daarna moet Nicolaï (Sint-Nicolaas) de beschermheilige zijn geworden. In 1408 wordt zijn naam als eerste genoemd in combinatie met de kerk.

In de 15e eeuw werden de zijbeuken van de kruiskerk uitgebouwd tot de huidige hallenkerk. De uiteinden van de zijbeuken zijn nog goed te herkennen, doordat de uitbouw zich kenmerkt door grote gotische spitsboogvensters, terwijl de oorspronkelijke zijbeuken kleinere rondboogvensters hebben. De zijbeuken werden in het begin van de 16e eeuw afgesloten met een zuiderkapel (de Jozefkapel) en iets later ook een noorderkapel (de Mariakapel).

Na de Reductie van Groningen ging de rooms-katholieke Nicolaïkerk in 1594 over tot het protestantisme. Dit had gevolgen voor het interieur. Alle katholieke kenmerken verdwenen en de muren werden gewit. In de 17e eeuw kwamen er een rijk met houtsnijwerk bewerkte preekstoel (1665), een dooptuin en een aantal herenbanken.

De oorspronkelijke kerktoren werd in 1554 vervangen door een vrijstaande toren. Deze staat afgebeeld op het stadsbeeld van Appingedam op het cartouche onderaan de Coenderskaart en werd in 1834 wegens bouwvalligheid gesloopt. De huidige forse, maar niet hoge, klokkentoren dateert uit 1835 en meet 41 meter.

De kerk werd in de periode 1948-1953 gerestaureerd onder de verantwoordelijkheid van de architecten A.R. Wittop Koning en Rienk Offringa. In 2008 is in de Mariakapel een Archeologisch Informatiepunt gerealiseerd. De Jozefkapel is als stiltecentrum ingericht.

Grote kerk (Dalfsen)

Geschiedenis

Historische dorpskerk met toren. Oorspronkelijk gewijd aan St. Cyriacus.

Zowel de kerk als de toren zijn opgebouwd uit verschillende soorten steen. Het oudste gedeelte is van tufsteen, en de zijbeuken van de kerk en de verdere opbouw van de toren zijn uitgevoerd in gebakken steen van heel veel verschillende maten. Ook is het hekwerk dat voor 1955 rond de kerk stond, met daarin toch wel mooie smeedijzeren poorten en zg. ”varkensroosters” geheel verwijderd. Die roosters dienden niet alleen voor het schoonborstelen van de klompen, laarzen en schoenen, maar waren er ook voor om het begraafveld rond de kerk te behoeden voor loslopende dorpsvarkens, honden en geiten en dergelijke. Rond de kerk is daarna het nu aanwezig muurtje aangebracht met daarbinnen een gazon. Voor de hoofdingang is een mooie stoep aangebracht. In de nis in de toren heeft oorspronkelijk een beeldje gestaan van Maria als Mater Dolorosa. Dat beeldje is nu nog terug te vinden in de Rooms-Katholieke kerk van Dalfsen. Het beeldje dat nu in de nis staat dateert uit 1958. In de toren zijn veel dichtgemetselde raamelementen te zien. Maar er ontbreekt wat aan de toren. Bij de laatste brand in 1893 is de toren nooit weer geheel opgebouwd, terwijl die oorspronkelijk hoger was en voorzien van een torenspits. De toren en de kerk zijn in de loop der eeuwen vaker door bliksem en brand getroffen. De kerk vindt zijn oorsprong ergens rond 1156 tot 1178 omdat in die tijd al sprake was van een priester, en in 1161 is de parochie opgericht. Duidelijk is ook dat de eerste kerk veel kleiner is geweest en zelfs deel opgebouwd uit ijzeroerbrokken. In de eeuwen daarna, na vele branden en herbouwmomenten is de kerk telkens vergroot. Zowel aan de noordzijde, de vergroting van het priesterkoor en de aanbouw van de beide zijbeuken in de 14e en 15e eeuw, met daarin ook de kapel en begraafplaatsen van de familie van Rechteren.

De huidige toren is gebouwd in de 15 en 16e eeuw, daarvoor stond er een toren in het kerkgebouw. De huidige toren heeft in de vorige eeuwen altijd dienst gedaan als opslagplaats voor de slangen van de brandweer, die mooi hoog in de toren opgehangen konden worden om te drogen. (bron:Dalfsennet).

Jozefkerk (Assen)

De Jozefkerk is een kerk aan het Kerkplein 1 in Assen. De naam Jozefkerk is relatief recent; tot 1964 werd het de Grote Kerk genoemd. De kerk is een rijksmonument.

Beschrijving

De kerk is een zogeheten Waterstaatskerk, het gebouw werd ontworpen door C.J. Spaan, hoofdingenieur Waterstaat en Publieke werken. Kenmerkend voor de gebruikte neoclassicistische stijl zijn de hang naar symmetrie, de boogramen, de gepleisterde binnenmuren en het kruisgewelf.

Geschiedenis

De Hervormde Gemeente in Assen kerkte al vanaf het begin van de 17e eeuw in de Kloosterkerk. Door de groei van het aantal inwoners en kerkleden werd deze kerk te klein. Koning Willem II werd in 1841 gevraagd om een bijdrage voor een nieuw gebouw. Pas in 1845 kon de nieuwbouw daadwerkelijk beginnen. Het gebouw werd ingewijd door dominee Pareau op 30 april 1848. In 1910 werd de kerk getroffen door bliksem, waarbij de toren grotendeels afbrandde. Een jaar later kon de toren worden herbouwd.

Het gebouw werd grondig gerestaureerd tussen 1979 en 1982. In 2002 werd in Romeinse cijfers op het fronton het jaartal 1848 aangebracht.

Orgel

In 1848 werd het orgel van de Kloosterkerk in het nieuwe gebouw geplaatst. Dit orgel was dertig jaar eerder vermoedelijk gemaakt door Petrus van Oeckelen uit Glimmen. In 1896 werd het vervangen door een orgel van de orgelmakers L. van Dam en Zn. uit Leeuwarden. In de loop der jaren werd de dispositie diverse malen veranderd. Bij de restauratie van de kerk in de jaren 1981-1982 werd door de orgelfirma Mense Ruiter ook het orgel aangepakt, waarbij vooral de wijzigingen van 1954-1955 werden teruggedraaid. In 2016 begon dezelfde firma aan een nieuwe restauratie.

Orgelpark (Amsterdam)

Het Orgelpark is een kunstcentrum in Amsterdam waar het orgel centraal staat. Het is op 20 januari 2007 geopend.

Het Orgelpark geeft de mogelijkheid om orgelmuziek met andere kunstvormen te combineren, zoals dans, ballet en theater. Er zijn meerdere orgels, maar ook andere toetsinstrumenten aanwezig. Financiële middelen voor het Orgelpark worden door de Stichting Utopa van de zakenman Loek Dijkman beschikbaar gesteld. Naar verluidt is de financiering voor de eerste tien jaar geregeld.

Het Orgelpark is de huidige bestemming van de Parkkerk aan het Vondelpark in de Gerard Brandtstraat 26-28 te Amsterdam, ontworpen door E.A.C. Roest. De kerk is gebouwd in 1916-1918 en gerestaureerd in 2005 met onder meer Engelse Ffestiniog leisteen. Op het dak en de toren werd veel loodwerk vervangen. De restauratie werd overzien door Stadsherstel Amsterdam.

Waalse Kerk (Amsterdam)

De Waalse Kerk (Frans: Église Wallonne) is een kerk gelegen aan het zuidelijk deel van de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam. De kerk werd vroeger ook wel de Franse Kerk, Walenkerk, Oude Walenkerk of Oude Waalse Kerk genoemd. Iedere zondag om 11 uur ’s ochtends wordt hier een kerkdienst in het Frans gehouden. Ook vinden er concerten en muziekopnames plaats; de kerk staat bekend om de zeer goede akoestiek.

In de driebeukige kerk liggen onder andere schilder Bartholomeus van der Helst (1613-1670) en wetenschapper Jan Swammerdam (1637-1680) begraven. Elizabeth Timothy (1702-1757), de eerste vrouwelijke Amerikaanse krantenredacteur en -uitgever, werd hier waarschijnlijk gedoopt. Een bekende dominee van de Waalse Kerk was Marie Adrien Perk, die hier preekte in de jaren 1872-1900.

De Waalse Kerk werd in 1970 aangewezen als rijksmonument.

Oosterpoort (Groningen)

De Oosterpoort is een cultuurcentrum in de stad Groningen. Het gebouw staat direct ten zuidoosten van de binnenstad aan de Trompsingel aan de noordrand van de Oosterpoortwijk.

De Oosterpoort beschikt over twee concertzalen. De grote zaal, deels met een amfitheater, heeft een capaciteit van 1150 zitplaatsen. Bij het ontwerpen daarvan heeft onderzoeksinstituut TNO getracht de unieke akoestiek van de gesloopte concertzaal De Harmonie zo goed mogelijk te kopiëren. Doordat het om een heel ander model zaal gaat, is dat niet gelukt. De kleine zaal heeft 450 zitplaatsen. Ook andere ruimtes in het pand worden regelmatig benut voor optredens. Het complex beschikt over een ondergrondse parkeergarage, waaruit auto’s met een LPG-installatie worden geweerd.

Vaste bespeler van De Oosterpoort is het Noord Nederlands Orkest. In het gebouw vindt jaarlijks het Noorderslagfestival plaats. In 2002 is De Oosterpoort organisatorisch gefuseerd met De Stadsschouwburg Groningen. Sinds maart 2019 heet de organisatie achter De Oosterpoort & de Stadsschouwburg SPOT Groningen.

St. Jacobi (Göttingen)

De evangelisch-lutherse parochiekerk St. Jacobi in de oude binnenstad van Göttingen is een driebeukige gotische hallenkerk gebouwd tussen 1361 en 1433. De patroonheilige van de kerk is James de Oudere. De toren van de kerk is 72 meter hoog en is het hoogste gebouw in de oude binnenstad van Göttingen. Het gotische vleugelaltaar uit 1402, dat zich in het koor van de kerk bevindt, is van nationaal belang.

Mariakerk (Uithuizermeeden)

De Mariakerk van Uithuizermeeden is gebouwd in het midden van de 13e eeuw. De kerk is in latere eeuwen verder uitgebreid. In de 19e eeuw zijn de muren bepleisterd en kreeg de kerk zijn huidige neoclassicistische aanzicht.

Beschrijving

In het interieur is veel werk terug te vinden van de Groninger kunstenaar Allert Meijer. De herenbanken, het doophek en de preekstoel werden door hem ontworpen. Het houtsnijwerk is van Jan de Rijk. Op de panelen van de kansel staan de vier evangelisten afgebeeld en de hoorn des overvloeds. Op de hoeken staan vrouwenfiguren als symbool voor de Liefde, Gerechtigheid, Voorzichtigheid en Standvastigheid. Allert Meijer ontwierp ook de 48,5 meter hoge toren van de kerk, die in het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Volgens Karstkarel in zijn beschrijving van deze kerk is de gelijkenis met de toren van de Der Aa-kerk in Groningen niet toevallig, omdat Meijer, als stadsbouwmeester van Groningen ook de toren van die kerk heeft ontworpen. De oude vrijstaande toren werd in 1734 afgebroken. Op 26 augustus 1896 werd de toren door de bliksem getroffen en brandde af. In 1897 werd de toren herbouwd.

Het orgel in de kerk is naar een ontwerp van de orgelbouwer Albertus Antoni Hinsz (1704-1785), die met de bouw is begonnen, maar vrij snel daarna is overleden. Het instrument is afgebouwd door zijn meesterknecht Matthijs Hansen Hardorff (1747-1802).

In de kerk bevindt zich de graftombe van Rudolf Huïnga (Rodolf Huinga), bewoner van de borg Ungersma. Deze borg nabij Uithuizermeeden is in de 17e eeuw afgebroken.

Semsstraatkerk (Stadskanaal)

De Semsstraatkerk is een neoclassicistisch vormgegeven zaalkerk. De kerk werd in 1830 gebouwd ten behoeve van de hervormde gemeente in de Groningse plaats Stadskanaal.

Geschiedenis

Vanaf 1787 werd begonnen met de grootschalige ontginning van het veengebied in het zuidoosten van de provincie Groningen. Tijdens de aanleg van het Stadskanaal vestigden zich veel nieuwe bewoners in deze veenkolonie. In 1821 schonk de stad Groningen een stuk grond voor de bouw van een eerste hervormde kerk in het nieuw ontgonnen gebied. In 1829 werd koninklijke goedkeuring verkregen voor de bouw van de kerk, tevens schonk Willem I een bedrag van ƒ 4.000 als bijdrage in de stichtingskosten. In 1830 kwam de kerk gereed. Op 31 oktober van dat jaar werd de kerk ingewijd door de consulent ds. A. Oomkens met een preek over Psalm 122:1.

De kerk werd gebouwd op een vierkante plattegrond en bood plaats aan 500 tot 600 kerkgangers. De toren van de kerk werd pas veel later, omstreeks 1850, tegen de westgevel van de kerk gebouwd. Het uurwerk werd in 1866 geschonken door de stad Groningen. De twee gebrandschilderde ramen in de kerk dateren uit 1930 en zijn een herinnering aan het honderdjarig bestaan van het gebouw.

Grote of Martinikerk (Doesburg)

De Grote of Martinikerk is de hoofdkerk van de Hanzestad Doesburg in de provincie Gelderland. Andere gebruikte namen zijn: Hervormde Kerk, Sint-Maartenskerk en Sint-Martinuskerk. Hij is gebouwd in laatgotische stijl.

Geschiedenis

De voorganger van de huidige kerk werd in 1340 verwoest bij een overstroming. De nieuwe kerk, ook gewijd aan Sint Maarten, werd in het hart van de stad gebouwd. De huidige vorm ontstond in hoofdzaak in de 15e eeuw. Rond 1430 was de toren gereed. In 1483 richtte een brand grote schade aan. Hierna werd de kerk in de oude vorm weer opgetrokken. Aan het formaat en de rijke afwerking is te zien dat Doesburg destijds een belangrijke Hanzestad was. De vorm is een basiliek in zogeheten Nederrijnse gotische stijl, zonder dwarsschip. De zijbeuken lopen door langs de toren en tot langs het koor. Oorspronkelijk bezat waarschijnlijk het hele schip stenen gewelven, nu resten alleen nog in de zijbeuken netgewelven. In 1547 zorgde blikseminslag voor veel brandschade; enkele traveeën van het schip verloren toen hun gewelven. In 1552 kwam er nog een gewelf naar beneden, zoals nog te lezen valt op een pilaar. Sinds 1888 heeft het schip houten gewelven.

In 1586 is Doesburg overgegaan tot de Reformatie en sindsdien wordt de kerk ook vaak Grote of Hervormde Kerk genoemd. De toren werd in 1672 in brand geschoten door de Fransen. In 1717 was het weer de bliksem die brand veroorzaakte. In 1783 was deze kerk de eerste in de Nederlanden die voorzien werd van een bliksemafleider.

Op 15 april 1945 bliezen de terugtrekkende Duitsers de toren op, waarbij ook het schip grote schade opliep. In 1965 was de toren weer hersteld tot de oude hoogte van 94 meter, waardoor deze thans de hoogste kerktoren van Gelderland is en de op zeven na hoogste van Nederland. De restauratie van het gehele kerkgebouw was afgerond in 1972. Aan de oostzijde van de kerk staat nu een naamloos oorlogsmonument.

Dorpskerk (Sebaldeburen )

De Hervormde kerk van Sebaldeburen is een eenvoudige zaalkerk uit 1807 in het Groningse dorp Sebaldeburen. Het gebouw werd in 1973 aangewezen als rijksmonument.

De huidige kerk is waarschijnlijk het derde kerkgebouw in het dorp. Oorspronkelijk had het dorp een kruiskerk. Daarop volgde een zaalkerk. Deze werd in 1807 vervangen door de huidige kerk, waarbij de toenmalige predikant Nicolaas Westendorp een doorslaggevende rol heeft gespeeld.

Achter de kerk staat de pastorie uit 1934 die zelfstandig wordt beschermd als rijksmonument.

Grote Kerk (Leeuwarden)

De Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden is de grootste van de middeleeuwse kerken in deze stad.

Geschiedenis

De kerk werd tussen 1275 en 1310 gebouwd als onderdeel van een dominicanenklooster en werd later vergroot. (Voor de Dominicanen werd ook de naam Jacobijnen gebruikt.) In 1392 werd de kerk bij een stadsbrand verwoest. De brede zuidelijke zijbeuk werd pas in de late 15e eeuw toegevoegd terwijl het schip begin 16e eeuw met een travee werd verlengd.

Het gotische bouwwerk werd tijdens de reformatie omgebouwd tot protestantse kerk en verloor de altaren en veel van de versieringen.

De in Leeuwarden en Groningen residerende Stadhouders van Friesland en Groningen bezaten sinds 1591 onder het koor van de Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden een grafkelder die in 1640 en 1696 werd uitgebreid. In de grafkelder van de Friesche Nassau’s, de graven van Nassau-Dietz, werden tussen 1623 en 1765 tien lijkkisten bijgezet. In de kapel boven de kelder stonden nog eens zes kisten. Tijdens de Bataafse Revolutie van 1795 werden de kisten en grafmonumenten vernield.

De kerk is in de 21e eeuw in gebruik voor de kerkdiensten van de PKN.

Orgels

In deze kerk bevindt zich als hoofdorgel het befaamde Christian Müller-orgel uit 1727. Diens orgel dat tot dat moment in de kerk stond is toen overgeplaatst naar de Westerkerk, ook in Leeuwarden, waar het tot 1847 heeft gefunctioneerd.

Tijdens het openingsconcert van de zomerconcertserie van 2010 is in de Grote of Jacobijnerkerk een Metzler-kistorgel in gebruik genomen.

Kurhaus (Scheveningen)

Het Grand Hotel Amrâth Kurhaus Den Haag, vaak kortweg Kurhaus genoemd, is een groot hotel tussen het Gevers Deynootplein en de boulevard langs het strand van Scheveningen. Het beschikt over ruim 250 kamers. Daarnaast beschikt het hotel over een nieuw restaurant: Waves at the Kurhaus en een aantal conferentiezalen.

Theater (Heerlen)

Theater Heerlen, vroeger Stadsschouwburg Heerlen, is het grootste theater van de Nederlandse stad Heerlen en Parkstad Limburg en maakt sinds 1999 samen met het Theater Kerkrade in Kerkrade deel uit van de groep Parkstad Limburg Theaters. Beide theaters hebben één programmering, die over de gebouwen wordt verdeeld.

In het voorjaar van 2007 heropende het theater – oorspronkelijk door Frits Peutz ontworpen en in 1961 geopend – zijn deuren, na een verbouwing van drie jaar; het beschikt nu over een grote zaal (RABOzaal), een kleine zaal (INGzaal) en een middenzaal (LIMBURGzaal). Het theater werkt onder andere samen met de Stichting Cultura Nova, die jaarlijks het tiendaagse grensoverschrijdende zomerfestival Cultura Nova organiseert.

Theater Heerlen telt drie zalen met een capaciteit van 1103 (RABOzaal), 362 (LIMBURGzaal) en 142 (INGzaal) stoelen. Daarnaast heeft de LIMBURGzaal een capaciteit van 1350 staanplaatsen.

De RABOzaal is, met zijn capaciteit van 1103 zitplaatsen, de grootste theaterzaal van Limburg.

Petrus en Pauluskerk (Loppersum)

De Paulus en Petruskerk te Loppersum in de Nederlandse provincie Groningen is een kerk met een lange voorgeschiedenis.

Bouwgeschiedenis

De eerste kerk op de wierde van Loppersum werd verwoest door brand. In 1217 werd een eenbeukige romaanse kerk gebouwd met een recht gesloten koor. Van deze kerk zijn slechts enkele bouwfragmenten bewaard gebleven. In de tweede helft van de dertiende eeuw werd het schip van de kerk verhoogd en werd het bestaande koor vervangen door een dwarsschip met een nieuw koor. Van deze bouwfase van de kerk zijn alleen de beide dwarsarmen met romanagotische meloenvormige koepelgewelven overgebleven. De noordelijke topgevel is in latere tijd verdwenen, terwijl de zuidelijke topgevel aan het einde van de vijftiende eeuw is vernieuwd. In de tweede helft van de veertiende eeuw is de forse zadeldaktoren bij de kerk gebouwd. De muren hiervan zijn onderaan bijna drie meter dik. In 1610 werd de toren verbouwd. Het huidige laat-gotische koor werd gebouwd in de periode 1480-93, net als de recht gesloten zuidelijke zijkapel en de noordelijke driezijdig gesloten zijkapel. Tussen 1520 en 1530 werd een smalle zuidelijke zijbeuk aan de kerk toegevoegd. In de tweede helft van de zestiende eeuw werd ten slotte het schip verhoogd.

De kerk werd gerestaureerd tussen 1953 en 1959.

Gereformeerde Kerk (Nieuwe Pekela)

Geschiedenis

Kerkzaal in neogotische vormen. Uitbreiding met o.a. toren in 1940.

Het orgel

Het orgel is gebouwd door Valckx & Van Kouteren in 1942.

Martinikerk (Sneek)

De Grote of Martinikerk is de meest centrale kerk in Sneek. Zij dankt haar naam aan Sint-Maarten, de schutspatroon van Sneek.

Het gebouw

De Martinikerk is oorspronkelijk gebouwd in de 11e eeuw en opgetrokken uit tufsteen. Zo rond 1300 werd de kerk vergroot en kreeg ze drie torens in een Romaanse westgevel. Er werd ook een houten klokhuis bijgebouwd.

De huidige kerk dateert uit 1498. In dat jaar werden het koor en het schip vernieuwd in gotische stijl. De sacristie aan de zuidkant is uit de 16e eeuw en wordt nu als consistoriekamer gebruikt. In 1681 stortte het Romaanse westfront in en daardoor ook de middelste van de drie torens; de andere twee torens werden afgebroken. De zwaar beschadigde kerk werd herbouwd, maar de torens niet. De plaatsen waar deze torens zich bevonden zijn op het oude kerkhof zichtbaar gemaakt door een verhoogde plek. In 1925 zijn de fundamenten van de pijlers vernieuwd om verdere verzakkingen van de kerk tegen te gaan. Ook kreeg de kerk elektrische verlichting in dat jaar. In de jaren zeventig en tachtig is de kerk grondig gerestaureerd. Bij de laatste restauratie werd het gipsplafond uit de kerk verwijderd en weer een eikenhouten tongewelf in de kerk aangebracht. De kerk ligt op een terp in het centrum van Sneek; het is een driebeukige hallenkerk. De kerk is in tegenwoordig in gebruik voor de erediensten van de Protestantse gemeente in Sneek. Het kerkgebouw is ’s zomers op weekdagen ’s middags te bezichtigen en soms ook ’s avonds. In de zomer zijn er op maandagavond orgelconcerten, behalve tijdens de Sneekweek.

Andreaskerk (Westeremden)

De Andreaskerk is een 13e-eeuwse romanogotische een beukige kerk met recht gesloten koor en dakruiter op de ongeveer 5,5 meter hoge vroegmiddeleeuwse wierde van het dorp Westeremden in de Nederlandse provincie Groningen. De kerk is zoals de naam al aangeeft gewijd aan de apostel Andreas. De kerk meet 28,4 meter bij 10,0 meter in het schip en 10,4 in het koor.

Naast de kerk staat de in de jaren 1970 en 1980 door Henk Helmantel herbouwde weem.

Bouwgeschiedenis

De huidige kerk werd gebouwd ter vervanging van een in 1238 door onbekende oorzaak deels of geheel afgebrande voorganger; volgens sommigen zou het schip namelijk de brand grotendeels kunnen hebben overleefd omdat het koor van latere datum lijkt te zijn. In 1259 werd de kerk ingewijd, hetgeen lijkt te verwijzen naar een beperkte herbouw. Het huidige kerkgebouw is het restant van wat ooit een romanogotische kruiskerk is geweest, maar waarvan de dwarsarmen vermoedelijk reeds in de 15e eeuw werden afgebroken: Van de zuidelijke dwarsarm resteert nog een deel van de spitsbogige scheiboog in de buitengevel. In de zuidmuur bevinden zich ter hoogte de vroegere dwarsarmen twee dichtgemetselde vensters, die mogelijk hagioscopen vormden. In de noordmuur zijn dichtgemetselde lijsten te zien van oorspronkelijke romaanse vensters. De kerk kreeg bij deze verbouwing grotere vensters in de noord- en zuidmuur.

In 1658 werden de gewelven van het schip vervangen door een balkenplafond, waarvan de westelijke helft sinds 1678 bestaat uit een horizontaal geplaatste houten zoldering (kerkbeun) en de oostelijke helft uit twee traveeën met meloengewelven. Het meest oostelijke meloengewelf is met behulp van zes ribben verdeeld in evenzoveel delen en het meest westelijke meloengewelf op gelijke wijze in acht delen. De beide koepelgewelven werden in 1787 door timmerman F. Hindriks bij de aanzet voorzien van trekbalken, die in 1802 opnieuw werden versterkt.

De zes ribben in het koorgewelf zijn door middel van bogen met elkaar verbonden en direct gepleisterd bij de bouw. In het midden van het gewelf is een begin-13e-eeuwse geschilderde cirkel zichtbaar met lelies en rode en zwarte ranken. In het oorspronkelijke vlieringgewelf is in het midden een vierpas met lelie geschilderd en in de vlakken religieuze afbeeldingen: Aan oostzijde de zondeval (in 1926 herontdekt); aan zuidzijde een schildering van de boete predikende Johannes de Doper met een boek, waarop het kruislam is afgebeeld en een schildering van de heilige diaken Laurentius die in zijn rechterhand het rooster houdt waarop hij werd verbrand en in zijn linkerhand een geldbuidel houdt; aan noordzijde de beeltenis van de heilige Dorothea die in haar linkerhand een krans van rozen houdt en een afbeelding van de heilige Barbara die een toren in haar handen vasthoudt. De schilderingen werden in 1926 gerestaureerd door Jac. Por.

De koorafsluiting in de oostmuur is versierd met siermetselwerk. In de bovenste laag bevat vier nissen met colonnetten ertussen met erboven vijf driehoekige spaarvelden en eronder een laag waarin drie dichtgemetselde ramen zijn te zien. Aan binnenzijde zijn onder deze vroegere ramen twee rondbogige spaarvelden zichtbaar.

In 1808 werd de massieve oorspronkelijke 13e-eeuwse westelijke 33 meter hoge zadeldaktoren afgebroken en vervangen door de huidige dakruiter, waartoe ook de huidige westmuur van de kerk werd vernieuwd. Het mechanische torenuurwerk werd in 1902 geplaatst door de Midwoldase firma Concordia (Van Bergen).

Begin 20e eeuw werd de wierde van Westeremden afgegraven voor twee derde. In 1924 werd de kerk gerestaureerd. De beide luidklokken uit 1685 werden in de Tweede Wereldoorlog gevorderd door de Duitse bezetters en kwamen nooit meer terug. Ter vervanging hangt er nu een klok uit 1950.

In 1973 kwam de kerk in handen van de Stichting Oude Groninger Kerken, die het gebouw tussen 1977 en 1979 opnieuw liet restaureren.

Jacobuskerk (Zeerijp)

De Jacobuskerk van Zeerijp is een middeleeuwse kruiskerk met een vrijstaande klokkentoren. In de kerk zijn romanogotische en vroeggotische elementen terug te vinden. De kerk was oorspronkelijk gewijd aan de apostel Jakobus de Meerdere. In de kerk is sinds 2006 een Archeologisch Informatiepunt gehuisvest. Het Jacobspad voert langs de kerk.

De kerk staat op een groot kerkhof en is nog deels omgracht. Een deel van de gracht werd gedempt bij de restauratie in de jaren 1960. De ingang naar het kerkhof en de kerk wordt gevormd door een tussen 1793 en 1795 geplaatst smeedijzeren hek met geblokte penanten, dat mogelijk afkomstig is van de gesloopte borg Haykema. Op het kerkhof staat een baarhuisje uit 1893. Voor zover bekend stond hier ook het laatste knekelhuis van Groningen, dat in 1838 werd afgebroken.

Bijzonderheden aan de kerk zijn dat het de laatste Groninger kerk was die, weliswaar deels, in de stijl van de romanogotiek is gebouwd en het feit dat er sinds de bouw slechts weinig aan de kerk is gewijzigd.

In januari 2018 maakte de Stichting Oude Groninger Kerken, beheerder van de kerk, bekend dat de toren van de Jacobuskerk schade had geleden door bodemdaling en aardschokken veroorzaakt door aardgaswinning in dit deel van Groningen.

Kruiskerk (Bergum)

De Kruiskerk is een kerkgebouw in Bergum in de Nederlandse provincie Friesland.

Beschrijving

De kerk werd in de 13e eeuw gesticht. De onderste drie geledingen van de toren zijn van tufsteen. In de 13e eeuw werd de toren verhoogd en werd de kerk driebeukig met smalle spitsboogvensters. In de 14e eeuw werd de romanogotische kerk door uitbreidingen een kruiskerk. De dwarspanden zijn groter dan een van de traveeën. Het middenschip heeft een koepelgewelven. Op het plafond zijn muurschilderingen. Het orgel uit 1788 is gemaakt door Lambertus van Dam. In de toren van de kerk hangt een klok welke in 1662 is gegoten door Jurrien Balthasar. Op de klok komt o.a. voor het wapen van Aernt van Hillama, lid van een voorname familie, welke destijds het slot Hillama bewoonde.

In 1952-’57 werd naar plannen van A. Baart de zijbeuken die begin 17e eeuw waren afgebroken herbouwd. De kerk was oorspronkelijk gewijd aan Martinus. De kerk is een rijksmonument.

In de 14e eeuw werd het “Bergklooster” (of Barraconvent) gesticht door de Reguliere Kanunniken en gewijd aan “Sinte Nicolaas” aan de Kloosterlaan. Het was een klooster met rijke bezittingen en werd bewoond door talrijke monniken, die zich niet alleen bij geestelijk werk hielden, maar ook veel handwerk deden. Verschillende belangrijke overeenkomsten werden hier gesloten. In 1580 ging het in eigendom over aan de provincie en deze maakte bekend dat ieder het klooster mocht afbreken. Later bij resolutie van 6 november 1581 werd o.m. besloten dit klooster af te branden, “opdat de vijanden (Spanjaarden) daarvan geen roofnesten make”.

Adventskerk (Assen)

Geschiedenis

Mooie moderne kerk met toren.

De Adventskerk is in opdracht van de psychiatrische inrichting Licht en Kracht (tegenwoordig Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Drenthe) in 1966-1967 gebouwd naar een ontwerp van de architecten P.L. de Vrieze en A.M. Dekker uit Groningen. De kerk is beeldbepalend gelegen aan de rand van het parkachtig aangelegde GGZ-terrein. Dit terrein wordt omzoomd door veel groen en bomen, waartussen een vijver en een fontein. De achteringang van de kerk is gericht naar het GGZ-ziekenhuis en de hoofdingang naar de stadswijk Assen-Oost. Tussen 1950 en 1965 maakte de Nederlandse kerkenbouw een opmerkelijke bloei door. Dit had te maken met het feit dat er werd gestreefd naar het instandhouden van de vooroorlogse maatschappelijke structuren, gebaseerd op de diverse kerkelijke stromingen. Hierdoor ontstond de behoefte bij elk kerkgenootschap een eigen kerk te bouwen waarmee men zich onderscheidde. Deze behoefte viel samen met de vernieuwingen als moderne materialen en industriële constructies op architectonisch gebied. Ook bleef er een traditionele stroming zichtbaar. Eind jaren zestig was de ontkerkelijking niet meer te stoppen en kwam er een einde aan de relatief korte bloeiperiode. Het belang van religie als vormende kracht in de Nederlandse samenleving nam sterk af. In Assen was dat niet anders. De bevolkingsgroei in Assen en uitbreiding van de stad met nieuwe woonwijken zorgden er toch voor dat er na 1960 nog diverse kerken werden gebouwd. Ook werden er nieuwe wijkgemeenten gevormd, onder andere in 1967 de hervormde Adventskerk bij het psychiatrisch ziekenhuis Licht en Kracht. De wederopbouwperiode heeft diverse fraai vormgegeven kerken in Drenthe opgeleverd door experimenten met de architectonische vorm en nieuwe liturgische opstellingen. Binnen de traditionele stroming komt de zaalkerk het meeste voor, daarna de basiliek. Voor de moderne of functionalistische stroming zijn de doos, het trapezium en de sculpturale vorm (afgeleid van de kapel van Le Corbusier te Ronchamp) het meest gebruikt. Deze kerk behoort tot het type de sculpturale vorm. De architect De Vrieze, met name bekend geworden door zijn werk als restauratiearchitect, heeft zich laten inspireren door de architectuur van de Finse architecten, met name het werk van Alvar Aalto, en de vorm van de kerk Notre-Dame-Du-Haut (1950-55) te Ronchamp van Le Corbusier. Voor De Vrieze was de symboliek die uit vorm en kleur spreekt erg belangrijk. Van bovenaf heeft de kerk de vorm van een oorschelp. Het open oor voor de boodschap van het evangelie, zoals Paulus zegt in Romeinen 10:17: “Zo is dan het geloof uit het horen en het horen door het woord van Christus”. De entree vormt de gehoorgang en symboliseert door de glazen pui de openheid naar de samenleving. De witte kleur, zowel binnen als buiten, is eveneens een bewuste keuze: wit is de kleur van de opstanding. Het orgel in neobarokke stijl is in 1970 gebouwd door de Gebroeders Van Vulpen uit Utrecht onder advies van Lambert Erné. Het appliqué raam, op het oosten gericht, is ontworpen door Ger van Iersel. Hoewel vanaf het begin de gedachte bestond dat dit kerkgebouw een open kerk zou moeten zijn, is pas in 1974 de hervormde wijkgemeente Vredeveld deze kerk als thuisbasis gaan gebruiken. Sinds 1 januari 2000 is de kerk in gebruik als wijkkerk van de Samen-op-Weg gemeente (hervormd-gereformeerd) Vredeveld, tegenwoordig de Protestantse Wijkgemeente Vredeveld. De kerk is bijzonder gaaf zowel qua ex- als interieur.

Grote of Sint Michaelskerk (Zwolle)

De Grote of Sint-Michaëlskerk is een kerk aan de Grote Markt in de Overijsselse hoofdstad Zwolle.

De schutspatroon en beschermengel van de kerk is de aartsengel Michaël, de bestrijder van de draak (Openbaring van Johannes 12:7). Een beeld van de engel staat op het dak van het voorportaal. Op de rooms-katholieke begraafplaats aan de Bisschop Willebrandlaan bevindt zich een kapel uit 1883 die ook aan de aartsengel is gewijd.

Geschiedenis

De huidige kerk is in de periode 1406-1466 gebouwd op de plek waar eerst een kleinere romaanse kerk stond die uit omstreeks 1200 stamde. In de loop der tijd is de kerk verbouwd tot een driebeukige hallenkerk in de stijl van de Nederrijnse gotiek.

Op 17 december 1682 stortte de hoge 15e-eeuwse toren in. Door diverse blikseminslagen in respectievelijk 1548, 1606 en 1669 was de toren zeer verzwakt. Zwolle verloor daarmee de destijds hoogste toren van het land. Deze was tussen de 115 en 120 meter hoog. Hiermee was deze hoger dan de Utrechtse Domtoren (112,5 meter). Op de plaats van de toren werd in 1686 een achtzijdige consistoriekamer gebouwd.

Ook het orgel werd vernield en pas in 1721 werd een nieuw orgel geplaatst in de kerk.

Musis Sacrum (Arnhem)

Musis Sacrum (Latijn voor ‘gewijd aan de Muzen’), is een concertgebouw, gelegen aan het Velperplein en Park Lauwersgracht in Arnhem. Het gebouw, dat kortweg ook wel Musis genoemd wordt, stamt uit 1847 en is ontworpen door de architect Hendrik Willem Fromberg. Het is de thuisbasis van Phion, voorheen Het Gelders Orkest. Daarnaast worden er concerten, dansvoorstellingen en clubavonden gegeven.

Petruskerk (Leens)

De Petruskerk is het grootste kerkgebouw van het dorp Leens in de Nederlandse gemeente Het Hogeland en is gelegen op een van de wierden waarop het dorp is gebouwd. In de middeleeuwse kerk zijn romaanse, romanogotische en gotische elementen terug te vinden.

Geschiedenis

De huidige kerk zal niet de eerste kerk van Leens geweest zijn. De Ommelanden zijn gekerstend door Liudger, die later bisschop van Münster zou worden. Samen met Oost-Friesland vormden de Ommelanden het aartsdiakenaat Frisia. Dit werd onderverdeeld in dekenaten die hier proostdij werden genoemd. De proostdijen, waar Leens er een van was, gaan volgens de overlevering terug op de kerken die Liudger zelf gesticht zou hebben aan het einde van de achtste eeuw. De eerste kerk zal dan uit die periode dateren. Ook het patronaat duidt op een belangrijke positie als eerste kerk in de regio. De proostdij van Leens, die twaalf kerspelen omvatte, viel samen met het historische gebied de Marne.

De kerk werd gesticht in het begin van de 12e eeuw. Uit die periode dateert het schip, dat werd opgetrokken met tufsteen. Het dwarsschip en het koor dateren uit het begin van de 13e eeuw. De huidige herenbank, preekstoel en avondmaalstafel dateren uit de 17e eeuw. Bij de restauratie, die plaatsvond in 1948-1952, kreeg de kerk een deels nieuw interieur.

In de kerk herinnert veel aan de familie Van Starkenborgh, die lang het collatierecht bezat om de pastoor c.q. de predikant te benoemen. Het familiewapen Van Starkenborgh, Clant, Gaykinga en Coenders is te vinden in het snijwerk van de overhuifde herenbank in de noordbeuk van de kerk. Na de verkoop van Verhildersum in 1822 verkreeg notaris mr. Hendrik van Bolhuis vanaf 1834 het collatierecht. Een iets minder sierlijke overhuifde herenbank in de zuidbeuk van de kerk herinnert aan Van Bolhuis. Na zijn overlijden in 1861 kwam het collatierecht in handen van de familie Frima tot het in 1922 werd afgeschaft.

De oorspronkelijke zadeldaktoren is in 1863 vervangen door een toren met een spits, waarbij een deel van de tufstenen fundering bewaard is gebleven. De vroegere toren staat afgebeeld op de avondmaalsbeker van Leens uit 1653.

Theater (Kerkrade)

Theater Kerkrade in Kerkrade, voorheen het Wijngrachttheater, is een van de twee theaters die samen de groep Parkstad Limburg Theaters vormen. Het theater heeft één zaal met 633 zitplaatsen. De programmering wordt gedeeld met Theater Heerlen, dat met zijn 3 zalen het grootste deel van de voorstellingen op zich neemt.

Elk jaar in de zomermaanden juli en augustus is Theater Kerkrade enkele weken het toneel van de meeste professionele uitvoeringen tijdens het Orlando Festival voor klassieke ensemblemuziek. In de lente vindt er tevens de finale van het Charles Hennen Concours voor strijkers.

Banter Kirche (Wilhelmshaven)

De Evangelisch-Lutherse Banter-kerk is een kerkgebouw in de wijk Wilhelmshaven in Bant. De parochie Bant behoort tot de gemeente Friesland-Wilhelmshaven van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Oldenburg.

Mauritiuskerk (IJlst)

De Mauritiuskerk is een kerkgebouw in IJlst, gemeente Súdwest-Fryslân, in de Nederlandse provincie Friesland.

Beschrijving

De voorganger van de huidige kerk was een kerspelkerk uit de 13e eeuw met zadeldaktoren gewijd aan de heilige Mauritius. Deze kerk werd in 1828 ontmanteld. Op de plaats werd een begraafplaats aangelegd.

De huidige kerk uit 1830 is gebouwd naar ontwerp van J. Ankringa. De zaalkerk met driezijdige koorsluiting kreeg in 1868 een dwarsarm. In de ongelede toren met ingesnoerde spits hangt een kleine luidklok uit 1700 van klokkengieter Petrus Overney en een grote klok, een nagietsel uit 1970 van een klok uit 1542 van klokkengieters Geert van Wou en Johan Verstege. De ingangsomlijsting is eclectisch. De preekstoel uit 1672 en het doophek zijn afkomstig uit de oude kerk. Het orgel uit 1833 is gemaakt door L. van Dam en Zonen, deels gebruikmakend van pijpwerk van een orgel uit 1645 van de gebroeders Bader.