Wilma Seijbel, Fondsenwerver
Een leven zonder muziek kan ik me niet voorstellen. Als dochter van een organist en koordirigent was er thuis altijd muziek, en met name … heel veel Bach. Ik leerde orgelspelen vanaf mn zevende, maar stapte toen ik vijftien was over naar piano; ik hield zelf meer van de muziek van Chopin, Rachmaninov, Beethoven; met barokmuziek had ik niet zoveel. Tijdens mijn studie in Leiden ging ik wel naar de uitvoeringen van het Weihnachts-Oratorium met Charles de Wolff, in een door kaarsen verlichte Pieterskerk – mágisch vond ik het, ook al hadden wij als studenten natuurlijk de goedkoopste plaatsen.
Je wordt ouder, en je smaak verandert. Zoals ik na mijn veertigste opeens een intens geluksgevoel ging ervaren bij een goede kunsttentoonstelling, waar ik voorheen ‘gewoon’ naar een museum ging, en wandelen opeens heerlijk begon te vinden, terwijl ik dat altijd dodelijk saai had gevonden, opende de wereld van de barokmuziek zich op een gelijke manier voor me. Dat kwam goed uit, want ik kreeg een aanstelling bij het Nationaal Orgelmuseum – en de barok was in de orgelwereld de grote bloeiperiode voor zowel het instrument als de muziek. Er was dus geen ontkomen meer aan voor mij.
Als (parttime) directeur van het museum is het een van mijn belangrijkste taken om fondsen te werven. Dat me dat niet onaardig af ging, bleek niet onopgemerkt bij de leiding van het LBE, en zo ben ik bij het ensemble gekomen. Ik hoop de komende jaren eraan mee te mogen werken om een solide financiële basis te creëren, zodat het LBE niet alleen een van de belangrijke barokensembles van Nederland kan blijven, maar dat ook verder uit kan gaan bouwen.